Anti-witwas richtlijn aangescherpt door Europees Parlement
Oct 8, 2016
De terroristische aanslagen die in 2015 plaats vonden hebben het Europees Parlement doen besluiten tot het aanscherpen van de vierde anti-witwasrichtlijn. Hierdoor zal onder andere de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) worden aangepast. Het concept wetsvoorstel strekt tot implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn en tot het geven van uitvoering aan de verordening informatie bij geldovermakingen. Het bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering staat hoog op de politieke agenda. Op 20 mei 2015 heeft het Europees Parlement de vierde anti-witwasrichtlijn aangenomen. Naar aanleiding van het 'Actieplan tegen financiering terrorisme' van de Europese Commissie zijn wijzigingen aangebracht. De implementatie van de richtlijn leidt tot een aanpassing van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).
Politiek Prominente Persoon (PEP)
De richtlijn leidt tot scherpere maatregelen voor klantonderzoek. Daarbij nemen de mogelijkheden voor het toepassen van vereenvoudigd cliëntenonderzoek af. Dit heeft bovendien gevolgen voor de bestaande klantportefeuille van financiële instellingen. Verder wordt de definitie van Politiek Prominente Persoon (PEP) uitgebreid. Van de instellingen wordt verlangd dat zij rekening blijven houden met het risico van een PEP, ook nadat die zijn politieke functie heeft neergelegd.
Ultimate Beneficial Owner (UBO)
De richtlijn verplicht lidstaten om een centraal register voor Ultimate Beneficial Owners (UBO-register) in te richten. Dit zal middels een afzonderlijk wetsvoorstel gebeuren, dat op een later moment zal worden geconsulteerd. Alle UBO 's dienen in een nationaal UBO-register geregistreerd te worden. Dan zal onder meer duidelijk worden wie dit register zal beheren en wie toegang hebben tot de gegevens in het register.
Toezichthouders in de verzekeringsbranche
Daarnaast wijzigen de bevoegdheden van de toezichthouders om handhavend op te treden bij overtredingen van de Wwft. Zo wordt de maximale boete die toezichthouders kunnen opleggen verhoogd van vier miljoen euro naar vijf miljoen euro en wordt voor ernstige overtredingen een omzet-gerelateerde boete mogelijk. Daarnaast dienen toezichthouders besluiten tot het opleggen van sanctiemaatregelen voortaan openbaar te maken. Jeroen Morrenhof, CEO van FRISS, begrijpt dat de aanscherping er komt: “Met een goede risicoanalyse kan men zowel een tekort als een overdaad aan maatregelen voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om niet alleen periodieke screenings uit te voeren, maar op verschillende momenten: bij acceptatie, bij uitbetaling en bij specifieke situaties."
Sanctiewet
Een screening bij nieuwe relaties komt niet altijd voor. Uit onderzoek blijkt dat veel verzekeraars niet voldoende doen om overtredingen van de Sanctiewet te voorkomen. De belangrijkste knelpunten tot nu toe zijn:
Veel schadeverzekeraars hebben de Ultimate Beneficial Owners (UBO) niet vastgelegd. Dit betekent dat van deze relaties niet vastgesteld kan worden of deze op een sanctielijst voorkomen. Dit is in strijd met de Sanctiewet.
Er vinden niet of nauwelijks screenings plaats bij updates van de sanctielijsten.
Verzekeraars updaten lijsten alleen periodiek en niet bij daadwerkelijke wijziging van de lijsten. Dat betekent dat er gedurende een bepaalde periode cliënten geaccepteerd kunnen worden terwijl ze op sanctielijsten staan.
Verzekeraars nemen snel aan dat een andere partij in de keten de nodige maatregelen zal hebben genomen, zonder dit te hebben vastgesteld en zonder te controleren of de ketenpartij dit adequaat doet.
Kennis van de sanctieregelgeving is onvoldoende in een deel van de sector.
Primaire voorwaarde bij de naleving van de sanctiemaatregelen is dat de instelling haar relaties correct in beeld heeft, inclusief structuur, Ultimate Beneficial Owner (UBO 's), bestuurders en tussenpersonen. Het is belangrijk dat instellingen zich realiseren dat het niet alleen van belang is hun relaties te checken aan de hand van de sanctielijsten, maar dat ze ook proactief de activiteiten van hun relaties moeten monitoren en continu alert blijven op de mogelijke omzeiling van de sanctielijsten.